Op 18 februari 2020 heeft uw Raad een nieuwe set van financiële ijkpunten vastgesteld. De indeling in Stabiliteit, Weerbaarheid en Flexibiliteit is blijven bestaan. Een aantal ijkpunten zijn nu hard genormeerd en kennen daarnaast streefwaarden. Van andere financiële ijkpunten is de ontwikkeling in de tijd van belang. Afgesproken is dat we de scores op deze financiële ijkpunten zowel bij de Begroting als bij de Jaarrekening in beeld brengen. Van sommige financiële ijkpunten is de definitie net iets anders dan de afgelopen jaren het geval was. Dat leidt tot minimale verschuivingen in de uitkomsten.
De jaarrekening sluit met een overschot van € 9,6 miljoen. Dat is het saldo van baten en lasten (incl. reeds begrootte reservemutaties). Corrigerend voor incidentele posten is er in 2020 sprake van een positief structureel saldo van 1,6%. De weerstandsratio komt uit op 1,5 en valt daarmee binnen de bandbreedte die uw Raad heeft meegegeven. Wanneer we echter vooruit kijken, zien we een dalende trend van de weerstandsratio (zie ook de meerjarenbegroting 2021-2024). Dat is met deze jaarrekening niet veranderd. Daarmee blijven we voor de opgave staan om de saldireserve te verstevigen en/of om de risico's te verminderen.
De overige financiële ijkpunten bewegen zich rond het niveau van de begroting 2020 of jaarrekening 2019. De solvabiliteit (de verhouding tussen het eigen en totaal vermogen) is hoger dan bij de begroting 2020 verwacht. Dat is mede te danken aan het positieve rekeningresultaat dat meetelt in het eigen vermogen. Het EMU-saldo laat echter een grote sprong zien van € 25,1 miljoen negatief naar € 9,8 miljoen positief. Het EMU-saldo (het saldo van de kasstromen) is echter niet waar we als gemeente op sturen. Als gemeente vallen we onder de BBV-richtlijnen die voorschrijven dat we een sluitende begroting in termen van baten en lasten moeten hebben. Daar sturen we als college op. Niet op het EMU-saldo.
Tabel: JP.01 IJkpunten
IJkpunten | Eenheid | Werkelijk 2019 | Begroting 2020 primitief | Werkelijk 2020 | Norm / | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Stabiliteit | 1. | Ontwikkeling van saldo van baten en lasten *2 | € mln. | 5,7 (-26,9) | -2,9 | 9,7 | > = 0 |
2. | Structureel exploitatiesaldo *1 | % | 1,2% | 0,9% | 1,6% | 0 - 1% v.d. begrotingsomvang | |
3. | Saldo van baten en lasten | € mln. | -6,8 | n.v.t. | 6,1 | n.v.t | |
Weerbaarheid | 4. | Weerstandsvermogen | ratio | 1,8 | 1,4 | 1,5 | 1,2 - 1,5 |
5. | Netto-schuldquote *3 | % | 51,9% | 69,7% | 53,7% | 100% | |
5b. | Gecorrigeerde netto-schuldquote *3 | % | 50,9% | 69,0% | 45,1% | n.v.t. | |
6. | Solvabiliteit | % | 27,1% | 21,3% | 25,6% | 20% | |
Flexibiliteit | 7. | Netto-rentequote | % | 1,7% | 1,3% | 1,4% | n.v.t. |
8. | Afschrijvingslasten *1 | % | 3,3% | 3,8% | 2,9% | n.v.t. | |
9. | Belastingcapaciteit | % | 101,0% | 99,8% | 99,8% | n.v.t. | |
10. | Onbenutte belastingcapaciteit | € mln. | 6,7 | 3,7 | 3,2 | n.v.t. | |
Overige | 11. | EMU-saldo | € mln. | 1,7 | -25,1 | 9,8 | n.v.t. |
verplichte | 12. | Grondexploitatie *1 | % | 19,2% | 16,5% | 13,3% | n.v.t. |
indicatoren | 13. | Kasgeldlimiet | € mln. | 43,9 | 47,3 | 47,3 | n.v.t. |
14. | Renterisiconorm | € mln. | 103,3 | 111,3 | 111,3 | n.v.t. | |
15. | Overhead *1 | % | 8,1% | 8,9% | 7,0% | n.v.t. |
*1 In de begroting 2020 is dit ijkpunt berekend o.b.v. het totaal van de lasten exclusief reservemutaties. Conform het raadsbesluit ijkpunten (februari 2020) wordt dit ijkpunt vanaf de jaarstukken 2019 echter berekend o.b.v. het totaal van de baten exclusief reservemutaties.
*2 Dit ijkpunt heeft betrekking op de ontwikkeling van het saldo van baten en lasten inclusief mutaties reserves, oftewel op de ontwikkeling van het begrotingssaldo/rekeningsaldo. Bij de berekening van dit ijkpunt bij de jaarstukken 2019 is hier abusievelijk de ontwikkeling van het saldo van baten en lasten exclusief reservemutaties gepresenteerd. Voor 2019 is dit saldo herrekend. Teneinde aansluiting te houden met de jaarstukken, is het foutieve bedrag tussen haakjes opgenomen.
*3 In de jaarrekening 2020 is de berekeningsmethodiek van de (gecorrigeerde) netto-schuldquote afwijkend van de begroting 2020. Volgens de herziene berekeningsmethodiek voor de begroting 2020 zal de (gecorrigeerde) netto schuldquote uit komen op resp. 84,5% en 70,9%.